hotelfunctie
- ho·tel·func·tie
- samenstelling van hotel zn en functie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hotelfunctie | hotelfuncties |
verkleinwoord | hotelfunctietje | hotelfunctietjes |
de hotelfunctie v
- (horeca), (toerisme) de mogelijkheid om gasten of toeristen te kunnen laten overnachten
- ▸ Uiteindelijk is die hotelfunctie er niet van gekomen.[1]
- ▸ Het ziekenhuis in Den Helder gaf wel een reactie, maar wilde niet helpen. "We kunnen als ziekenhuis geen hotelfunctie bekleden", zei een woordvoerder daar vorige maand over. "En het opnemen van patiënten zonder zorgvraag is ook niet passend."[2]
- ▸ Hotel Van der Valk in Goes wordt een opvanglocatie voor asielzoekers. In het hotel aan de Deltaweg kunnen maximaal 450 mensen worden gehuisvest. Het gebouw verliest daarmee voor de komende jaren zijn traditionele hotelfunctie.[3]
- Het woord 'hotelfunctie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Weblink bron “Vanaf nu staan Texelaars na ziekenhuisopname 's nachts niet meer op straat” (woensdag 13 maart 2024, 20:39), NOS
- ↑ Weblink bron Rob Paardekam“Maximaal 450 asielzoekers in Hotel Van der Valk in Goes, gebouw verliest traditionele hotelfunctie” (28-09-2023,), Tubantia