hoopgevend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoopgevend (hulp, bestand)
- IPA: /hopˈɣevənt/
Woordafbreking
- hoop·ge·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hoopgevend | hoopgevender | hoopgevendst |
verbogen | hoopgevende | hoopgevendere | hoopgevendste |
partitief | hoopgevends | hoopgevenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hoopgevend
- leidend tot gunstige verwachtingen voor de toekomst
- We zijn nog niet thuis, maar dat de treinen weer gaan rijden is een hoopgevend bericht.
Gangbaarheid
- Het woord hoopgevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoopgevend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be