hoogstbiedende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoogst·bie·den·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoogst bn en biedende
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogstbiedende | hoogstbiedenden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) iemand die tijdens een veiling bereid is het meest te betalen
- ▸ ... hij erfde hele jaargangen van het blootblad Cocktail ..., en verkocht ze zonder ze in te kijken en naar de foto’s te staren door aan de hoogstbiedende zondaren en burgermannetjes of ruilde ze tegen allerhande spullen.[1]
- ▸ Partijleider Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren is blij met het besluit: "Een overheid die complete dassenfamilies en hun natuurlijk leefgebied bij opbod verkoopt aan de hoogstbiedende, waar de verkoop van beschermde diersoorten zelfs strafbaar is in Nederland, vraagt om het verzet van haar burgers."[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. iemand die tijdens een veiling bereid is het meest te betalen
Gangbaarheid
- Het woord hoogstbiedende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Dijksma stopt met verkoop natuur” (15-06-2013), NOS