Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·moeds·waan·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogmoedswaanzin -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hoogmoedswaanzinm

  1. (medisch) geestesziekte met dwangvoorstellingen omtrent eigen grootheid
Verwante begrippen

Gangbaarheid