• hoog·ge·ëerd
stellend
onverbogen hooggeëerd
verbogen hooggeëerde
partitief hooggeëerds

hooggeëerd [1]

  1. dat men veel respect voor iemand heeft
     Doorlopen, hooggeëerd publiek.[2]
  2. hooggeëerd publiek: aanspreek vorm van het circuspubliek door de opperstalmeester
     Het Italiaanse circus Iarz Italiano heeft zijn tenten opgeslagen in Almelo. Twee weken lang wordt op het Rembrandtveld bijna dagelijks en soms twee keer per dag het ‘hooggeëerd publiek’ welkom geheten.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Circus Iarz Italiano deed tijgers in de ban” (14-05-2013), Tubantia