hoofdverblijfplaats


  • hoofd·ver·blijf·plaats
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdverblijfplaats hoofdverblijfplaatsen
verkleinwoord

de hoofdverblijfplaatsv / m

  1. belangrijkste, voornaamste plaats waar men woont
     Behalve naar de hulpverlening heeft Dettmeijer ook gekeken naar de rechtsgang. Tijdens een van de procedures schreef het slachtoffer een zogeheten kindbrief, waarin zij aan de rechtbank Amsterdam vroeg om om haar hoofdverblijfplaats te wijzigen van het adres van haar moeder naar dat van haar vader.[1]
     B. staat momenteel ingeschreven als inwoner van Nederland op het adres van de gevangenis. Zijn advocate Karin Blonk beloofde de rechter dat hij na vrijlating in Nederland blijft en dan van plan is om in Enschede te gaan wonen. De rechter accepteerde dat. “Maar het is niet: inschrijven en er nooit komen. Dan moet u er ook vaak zijn, als hoofdverblijfplaats.”[2]
  1.   Weblink bron “Harde kritiek op hulpverlening bij doodgeschoten 14-jarig meisje Amsterdam” (donderdag 14 oktober 2021, 22:20), NOS
  2.   Weblink bron “Satudarah-kopstuk Michel B. komt vrij en gaat in Enschede wonen” (19-06-2018), Tubantia