hoofdinspecteur
- hoofd·in·spec·teur
- samenstelling van hoofd en inspecteur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdinspecteur | hoofdinspecteurs |
verkleinwoord | hoofdinspecteurtje | hoofdinspecteurtjes |
de hoofdinspecteur m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord hoofdinspecteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.