• hoofd·in·gre·di·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdingrediënt hoofdingrediënten
verkleinwoord - -

het hoofdingrediënto

  1. (voeding) voornaamste bestanddeel
     We gaan deze visschotel vandaag maken, zo maar, omdat het zo feestelijk voelt om iets mediterraans op tafel te zetten in dit donkere seizoen. Zeeduivel, het hoofdingrediënt, geeft een fantastische bouillon, dus laat uw visboer u vooral ook zijn lelijke kop meegeven – die van de vis dan hè.[1]
  2. (figuurlijk) voornaamste bestanddeel
     Explosieven in een metalen ovenschaal, een stel magneetjes en smeltende anijssnoepjes om de ontsteking te vertragen. Dat waren de hoofdingrediënten van de eerste kleefmijnen.[2]
  1.   Weblink bron
    Janneke Vreugdenhil
    “Een operette van vis” (10 december 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Jannie Schipper
    “Klassieke kleefmijn maakt rentree bij zeestrijd Israël en Iran” (8 april 2021) op nrc.nl