Nederlands

 
hoody
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoo·dy
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord hoody hoody's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoodym

  1. (kleding) soort trui met een vaste capuchon; sweater met een capuchon
     De jongen is 1,55 meter lang. Gisteren droeg hij een donkerblauwe winterjas met een capuchon en een oranje bies. Verder had hij een donkerblauwe hoody aan en een donkerbruine broek of donkere spijkerbroek.[1]
     Je kan de gegevens die daarop staan van zo’n pas halen en daarmee je pas klonen. "Maar het is een groter gevaar dat mensen al hun foto’s op Facebook zetten, dan dat hun pasje uitgelezen wordt door een man met een hoody in de trein."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Amber Alert voor vermiste jongen van 12 uit Vleuten” (11 november 2015, 06:46), NOS
  2.   Weblink bron “Deze jas beschermt je persoonlijke data” (25 juni 2016, 12:59), NOS