honderdvierentachtigjarig
- Geluid: honderdvierentachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈfirənˌtɑxtəxˌjarəx / (8 lettergrepen)
- hon·derd·vier·en·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderdvierentachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderdvierentachtigjarig |
verbogen | honderdvierentachtigjarige |
partitief | honderdvierentachtigjarigs |
honderdvierentachtigjarig
- 184 jaren durend
- Gedurende dit honderdvierentachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 184 jaar
- Het honderdvierentachtigjarig schilpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord 'honderdvierentachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.