honderdvierentachtigjarigs
- hon·derd·vier·en·tach·tig·ja·rigs
honderdvierentachtigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdvierentachtigjarig
- Het woord 'honderdvierentachtigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.