honderdtweejarig
- Geluid: honderdtweejarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈtwejarəx / (5 lettergrepen)
- hon·derd·twee·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderdtwee ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderdtweejarig |
verbogen | honderdtweejarige |
partitief | honderdtweejarigs |
honderdtweejarig
- 102 jaren durend
- Gedurende dit honderdtweejarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 102 jaar
- Het honderdtweejarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker.
- Het woord 'honderdtweejarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.