honderdnegenennegentigjarig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ne·gen·en·ne·gen·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen honderdnegenennegentigjarig
verbogen honderdnegenennegentigjarige
partitief honderdnegenennegentigjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

honderdnegenennegentigjarig

  1. 199 jaren durend
    • Gedurende dit honderdnegenennegentigjarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 199 jaar
    • Het honderdnegenennegentigjarig schilpadmannetje eet graag wortels. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid