honderdnegenennegentigjarige

  • hon·derd·ne·gen·en·ne·gen·tig·ja·ri·ge

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

honderdnegenennegentigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdnegenennegentigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdnegenennegentigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdnegenennegentigjarige honderdnegenennegentigjarigen
verkleinwoord

de honderdnegenennegentigjarigev / m

  1. levend wezen dat 199 jaar oud is of iets dat 199 jaar bestaat
    • De honderdnegenennegentigjarige is voor een schildpad nog heel actief.