honderdentweeëntwintig
0 | 1 | 2 | 2 |
honderdentweeëntwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdentweeëntwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈtwejənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
- hon·derd·en·tweeën·twin·tig, hon·derd·en·twee·en·twin·tig
- samenstellende samenstelling van honderd ht, en vw en tweeëntwintig ht
honderdentweeëntwintig
- "122", langere vorm van honderdtweeëntwintig, honderd plus tweeëntwintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdentweeëntwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdentweeëntwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdtweeëntwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdentweeëntwintig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdentweeëntwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'honderdentweeëntwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)