honderdennegentig

Nederlands

0	1	9	0

honderdennegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderdennegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈneɣə(n)təx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  negentig ht 

Hoofdtelwoord

honderdennegentig

1. "190", langere vorm van honderdnegentig, honderd plus negentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft honderdennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdennegentig. 

Synoniemen

• honderdnegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdennegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderdennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdennegentig" ht als linkerdeel

• honderdennegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.