hoerenzooi
- Geluid: hoerenzooi (hulp, bestand)
- hoe·ren·zooi
- samenstelling van hoer en zooi met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoerenzooi | |
verkleinwoord |
- ellendige toestand
- We hebben nu al drie wedstrijden op rij verloren. Wat een hoerenzooi.
- waardeloze entiteit
- Deze hoerenzooi breng ik terug naar de winkel.
- [2] rotzooi
- [1] [2] schijtzooi, shitzooi
- Het woord 'hoerenzooi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.