hockeytopper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hockeytopper    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoc·key·top·per

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hockey zn  en  topper zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hockeytopper	hockeytoppers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hockeytopper m

1. (sport) hockeywedstrijd tussen de koplopers in een competitie

   ▸ Kampong-mannen troeven koploper Pinoké af in felle hockeytopper

   ▸ Bloemendaal in hockeytopper te sterk voor Kampong

   ▸ Doelpuntrijke hockeytopper Kampong-Rotterdam eindigt in gelijkspel

Gangbaarheid

• Het woord hockeytopper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.