hinkspel
- hink·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hinkspel | hinkspelen hinkspellen |
verkleinwoord |
het hinkspel o
- een hinkelspel; een spel waarbij de deelnemers sprongen maken waarbij ze op hetzelfde been neerkomen waarmee ze afzetten
- het spelen van een hinkelspel
- Het woord hinkspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hinkspel" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be