hindernisbaan
- hin·der·nis·baan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hindernisbaan | hindernisbanen |
verkleinwoord | hindernisbaantje | hindernisbaantjes |
- (sport) (militair) een pad voor fysieke obstakels die militairen als training moeten afleggen
- (figuurlijk) een proces vol moeilijkheden
- ▸ Ze kon zich door een zin heen worstelen alsof het een hindernisbaan was, om vervolgens vlekkeloos te eindigen met: Yaknowwhaddamean.[2]
- ▸ Ringen? Check. Plek voor de toeschouwers? Check. Ruimte om te sporten? Check. De vlam? Eh nee... vergeten. In het bouwplan van het nationale stadion, dat klaar moet zijn voor de Olympische Spelen van 2020, is geen plek ingeruimd voor de olympische vlam. Een foutje... maar wel het zoveelste debacle op de hindernisbaan die de organisatie van de Spelen van 2020 tot nu toe aflegt.[3]
- Het woord hindernisbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Foutje: Tokio 2020 vergeet olympisch vuur” (04-03-2016), NOS