• hier·over·heen
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     overheen  
 persoonlijk     eroverheen  
aanwijz.   nabij     hieroverheen  
  veraf     daaroverheen  
  vragend/betrekk.     waaroverheen  

(scheidbaar)
hieroverheen

  1. vervangt over dit heen, over deze heen
    • De laag hieroverheen moet de ondergrond goed dekken. 
    • Hij heeft hier een goed dekkende laag overheen gelegd.