waaroverheen
- waar·over·heen
- samenstelling van waar en overheen
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | overheen | |
persoonlijk | eroverheen | |
aanwijz. | nabij | hieroverheen |
veraf | daaroverheen | |
vragend/betrekk. | waaroverheen |
(scheidbaar)
waaroverheen
- vragend, vervangt *over wat heen, over welke heen?
- Waaroverheen moet dit deksel precies aangebracht worden?
- Waar ligt deze laag overheen?
- betrekkelijk
- Dit is mogelijk de brug waar hij overheen gereden is.
- Het woord 'waaroverheen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.