hexe

Niet te verwarren met: , Hexe

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhɛksə /

Woordafbreking

• he·xe
• Afkomstig van Duits:  hexen ww 

vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie hexe/vervoeging
onbepaalde wijs	hexe
verleden tijd	(er) hot ghext
voltooid deelwoord	ghext
	enkelvoud		meervoud
1e persoon	ich	hex	mir / mer	hexe
2e persoon	du	hexscht	dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner	hext hexe hexet hext hexe hexe
3e persoon	er	hext	sie	hexe
	sie	hext
	es	hext

Werkwoord

hexe

1. heksen

Opmerkingen

• Duits: hexen
• Engels: (to) perform magic, (to) practice witchcraft, VS: (to) practise witchcraft

Werkwoord

hexe

1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hexe

Typische woordcombinaties

• mir hexe (1e persoon meervoud)

hexe

1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hexe

Schrijfwijzen

• hext

Typische woordcombinaties

• dihr, der hexe (2e persoon meervoud)
• ihr, er hexe (2e persoon meervoud)
• nihr, ner hexe (2e persoon meervoud)

hexe

1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hexe

Typische woordcombinaties

• sie hexe (3e persoon meervoud)