• het bed ma·ken

het bed maken

  1. de slaapplaats weer netjes maken, door dekens en lakens zo te schikken dat het gebruik in een voorgaande nacht niet meer te zien is
      Na de Mis konden we eene tas koffie en melk met boter en brood gaan nemen in den spijszaal. Ondertusschen had een bediende onze bedden gemaakt, doch onze cabiengezel, representant van eene Fransche ijzerfabriek op weg naar Tonkin, ‘lag er nog in’.[3]
  • het bed opmaken
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 277 kol. 2
  3. De eeuw van de ekster in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 277 kol. 2