Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·uit·ga·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heruitgave heruitgaven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de heruitgavev / m

  1. publicatie van een werk dat al eens eerder is gepubliceerd
Verwante begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen