herstelbaar
- Geluid: herstelbaar (hulp, bestand)
- her·stel·baar
- Naamwoord van handeling van herstellen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | herstelbaar | herstelbaarder | herstelbaarst |
verbogen | herstelbare | herstelbaardere | herstelbaarste |
partitief | herstelbaars | herstelbaarders | - |
herstelbaar
- te repareren, weer in de oude staat terug te brengen (letterlijk terug te stellen)
- Soms zijn direct „noodreparaties” uitgevoerd, zoals bij de Sint Walfridus-kerk in Bedum en boerderij ‘De Haver’ in Onderdendam. Maar de schade aan dit pand uit 1891 bleek volgens de NAM zo „fors, uitzonderlijk en moeilijk herstelbaar” dat het gaswinningsbedrijf de eigenaar heeft uitgekocht. [1]
- Het woord herstelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Wubby Luyendijk NRC 27 november 2013