hersenonderzoeker

  • her·sen·on·der·zoe·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord hersenonderzoeker hersenonderzoekers
verkleinwoord

de hersenonderzoekerm

  1. (beroep) iemand die het centrale zenuwstelsel wetenschappelijk bestudeert
     Volgens hersenonderzoeker Paul Lucassen van de Universiteit van Amsterdam wordt volwassenheid toch vooral bepaald door gedrag en niet door het brein.[1]
     Het gebruik van ADHD-medicijnen heeft op de lange termijn geen effect op de ontwikkeling van hersenen van kinderen. Dat staat in een studie van hersenonderzoeker Lizanne Schweren van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). In haar promotieonderzoek concludeert zij ook dat de medicatie geen blijvende invloed heeft op het gedrag van jonge gebruikers.[2]
     Het zal geen feest met beukende Berlijnse techno-beats worden. Integendeel, er is zelfs een zeer inhoudelijk onderdeel in het avondprogramma opgenomen: Historicus Jürgen Osterhammel zal zijn licht laten schijnen op de recente geschiedenis. Dat is geheel in Merkel-stijl. Op haar vijftigste verjaardag had ze een hersenonderzoeker uitgenodigd die een presentatie hield over het menselijk brein. ,,Ik was vroeger altijd dat meisje dat nootjes aan de zijkant stond te eten maar nooit op de dansvloer verscheen , zei Merkel ooit. En dat is ze in zekere zin nog steeds.[3]
  1.   Weblink bron “Hersenonderzoek: je bent nooit volwassen en sporten maakt mogelijk slimmer” (Maandag 6 februari 2017, 22:51), NOS
  2.   Weblink bron “'ADHD-medicijnen op lange termijn niet schadelijk voor kind'” (Maandag 5 december 2016, 11:08), NOS
  3.   Weblink bron “Jarige Merkel ongekend populair” (Donderdag 17 juli 2014, 11:45), NOS