• her·re·døm·me
  • Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord herre met het achtervoegsel -dømme
Naar frequentie 16948
[1] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   herredømme     herredømmet     herredømmer     herredømmerne  
genitief   herredømmes     herredømmets     herredømmers     herredømmernes  
[2] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   herredømme     herredømmet     -     -  
genitief   herredømmes     herredømmets     -     -  

herredømme, o ([2]: geen meervoud)

  1. heerschappij
  2. (figuurlijk) macht, beheer, beheersing, controle, toezicht


  • her·re·døm·me
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord herre met het achtervoegsel -dømme
Naar frequentie 17261
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   herredømme     herredømmet     herredømmer     herredømma
herredømmene  
genitief   herredømmes     herredømmets     herredømmers     herredømmas
herredømmenes  

herredømme, o

  1. heerschappij
  2. (figuurlijk) macht, beheer, beheersing, controle, toezicht
  • NAOB - Det Norske Akademis Ordbok: herredømme (in het Noors, geraadpleegd 2018-07-05)


  • her·re·døm·me
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord herre met het achtervoegsel -dømme
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   herredømme     herredømmet     herredømme     herredømma  

herredømme, o

  1. heerschappij
  2. (figuurlijk) macht, beheer, beheersing, controle, toezicht

herredømme

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van herredømme