• her·ont·dek·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herontdekken
herontdekte
herontdekt
zwak -t volledig

herontdekken

  1. overgankelijk opnieuw ontdekken, weer populair worden van iets wat in de vergetelheid was geraakt
    • Aan het eind van de vijftiende eeuw herontdekte men de oude Griekse en Romeinse cultuur. 
     Er was nog maar 67 kilo van me over en ik moest thuis een hoop gaan eten om mezelf op te spekken. Verder had ik niet echt het gevoel dat ik veranderd was, ik had eerder het gevoel dat ik mezelf had herontdekt.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be