• her·ont·dek·te
vervoeging van
herontdekken

herontdekte

  1. enkelvoud verleden tijd van herontdekken
    • Ik herontdekte. 
    • Jij herontdekte. 
    • Hij, zij, het herontdekte. 
  2. verbogen vorm van herontdekt, voltooid deelwoord van herontdekken