• her·le·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herlezen
herlas
herlezen
klasse 5 volledig

herlezen

  1. opnieuw lezen
    • Hij leerde erg veel. Hij las en herlas de boeken waarin hij belang stelde en kwam op die manier ontzettend veel te weten over allerlei onderwerpen waarvan hij nog nooit had gehoord. [1] 
vervoeging van: herlezen…
geen verbogen vorm

herlezen

  1. voltooid deelwoord van herlezen
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 80
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be