• her·he·ri
enkelvoud meervoud
naamwoord herheri herheri's
verkleinwoord

de herheriv / m

  1. (voeding) Surinaams eenpansgerecht van aardvruchten als cassave en zoete aardappelen met banaan en bakkeljauw
     Een weg was om te rijen, weg was om te gaan. Dat wil zeggen, als je ziet hoe wagen asfalt vreet! Hatelijk gewoonweg! Elke kuil d'rin, alsof gevuld met een bord met eten, smiddags... bruine bonen met zoutvlees... tjawmin... roti met massalakip en aardappel met kouseband... herheri... zure doks... een hele berg met gestoomde rijst ‘... eet no! eet no!’ Een auto vrat écht kilometers![1]
  1.   Weblink bron
    Edgar Cairo
    “Mi boto doro/Droomboot havenloos.” (1980), In de Knipscheer, Haarlem, ISBN 906265049X, p. 62 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  


  • bw: de reduplicerende formatie herheri is afgeleid van heri.
  • zn: Het gerecht zelf is waarschijnlijk afgeleid van deze formatie, in verwijzing naar de vele ingrediënten van het gerecht (wat het tot een complete maaltijd maakt) of naar de bereiding met de grote stukken aardvruchten en bananen. Voor het eerst aangetroffen in de Surinaamse advertenties van de jaren 1960. [1]

herheri

  1. heel, in zijn geheel

herheri

  1. (voeding) Surinaams eenpansgerecht van aardvruchten als cassave en zoete aardappelen met banaan en bakkeljauw
  1.   Weblink bron Advertentie in: Vrije Stem: onafhankelijk weekblad voor Suriname (26-07-1969), Stichting 'De Vrije Stem', Paramaribo, p. 1 op www.delpher.nl