• he·ren·toi·let
enkelvoud meervoud
naamwoord herentoilet herentoiletten
verkleinwoord herentoiletje herentoiletjes

het herentoileto

  1. een toilet of wc-ruimte voor mannen
     Door haar voet begon hij concreter aan de komende nacht te denken, hij moest het langzamer aan doen met het bier en hij moest trouwens een liter kwijt, en het leed geen twijfel waar het herentoilet was, een constante stroom van mannen ging die kant uit en kwam er weer van terug.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be