(religie) speciale bank in een kerk voor belangrijke personen mogen plaatsnemen; speciale bank voor de ouderlingen
De kansel, het doophek en de herenbanken werden na de reformatie aangebracht, toen de kerk in protestante handen kwam. [2]
De Kock: „Die adellijke familieleden zijn de bewoners van de Heerlijkheid Meteren, een herenhuis met een ophaalbrug en een koetshuis dat stond aan de weg van Geldermalsen naar Bommel. Die mensen hadden in de kerk ook een eigen bank met overhuiving, de herenbank.” [3]