hereditair
- Geluid: hereditair (hulp, bestand)
- he·re·di·tair
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘erfelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1572 [1]
- afgeleid van het Franse héréditaire met het achtervoegsel -air [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hereditair | hereditairder | hereditairst |
verbogen | hereditaire | hereditairdere | hereditairste |
partitief | hereditairs | hereditairders | - |
hereditair [3]
- Het woord hereditair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hereditair" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "hereditair" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hereditair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be