herbruikbaar
- her·bruik·baar
- Naamwoord van handeling van gebruiken met het voorvoegsel her- met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | herbruikbaar | herbruikbaarder | herbruikbaarst |
verbogen | herbruikbare | herbruikbaardere | herbruikbaarste |
partitief | herbruikbaars | herbruikbaarders | - |
herbruikbaar
- meerdere malen te gebruiken
- Als rakettrappen herbruikbaar worden, wordt het afleveren van vracht en mensen in de ruimte veel goedkoper. [1]
- Het woord herbruikbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Bruno van Wayenburg NRC 12 januari 2015