• her·be·re·ke·nen

herberekenen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herberekenen
herberekende
herberekend
zwak -d volledig
  1. overgankelijk controleren door iets opnieuw uit te rekenen
     Samsom is bereid de effecten van de zorgpremie nog eens te laten herberekenen door het Nibud, zei hij naar aanleiding van een verzoek van het CDA.[1]
     De Belgische zakenkrant De Tijd rekende naar aanleiding van die rekensom uit dat België in de periode 2008-2014 zo 18,3 miljard euro bespaard heeft. De Duitse en Belgische rekensommetjes fixeren de vroegere rentestanden en herberekenen vervolgens de rentebetalingen aan de hand van de huidige, veel lagere rente .[2]
  1.   Weblink bron “Samsom: praten over uitwerking kan” (31-10-2012), NOS
  2.   Weblink bron “Verdient Nederland soms ook aan de Griekse crisis?” (19-08-2015), NOS