Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hen·nen·ei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hennenei henneneieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hennenei o [1]

  1. klein ei van een jonge kip
     Bij Odin zijn op dit moment weer henneneitjes van biologische legpluimveehouderij Lankerenhof verkrijgbaar. Dit zijn de eerste eitjes van jonge hennen. Deze wegen zo'n 46 gram, vertelt bio-pluimveehouder Chris Borren. "Normaal zijn de eieren pas verkoopbaar vanaf 53 gram en gaan de henneneitjes dus naar de industrie.[2]
     Devilled Eggs: Voor 40 bites: 20 henneneieren, hardgekookt en gepeld 4 eetl. mayonaise 2 eetl. zure room, zout en peper bieslook, bosui, gesneden olijven, etc. voor de versiering Ook nodig: spuitzak met kartelmond[3]
     Ik vond ook recepten. Henneneitjes met garnalen, henneneitjes met gerookte zalm, gefrituurde henneneitjes. Ik kreeg trek en sloeg twee henneneitjes stuk in de pan. Daarna luisterde ik verwachtingsvol naar hun geknisper.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    biojournaal
    “De henneneitjes zijn er weer”, biojournaal
  3.   Weblink bron
    WENDY ROEP
    “Recepten: Devilled eggs & komkommercups” (08 dec. 2018), De Telegraaf
  4.   Weblink bron
    Ellen van de Beek
    “Heneitjes” (Ellen van de Beek

    30-06-2012), Reformatorisch Dagblad

  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be