heikraan
  • hei·kraan
enkelvoud meervoud
naamwoord heikraan heikranen
verkleinwoord

de heikraanv / m

  1. kraan die men gebruikt bij het heien
    • De patiënt, een 41-jarige kraanmachinist, kreeg drie maanden geleden de stalen rupsband van een heikraan over zijn voeten. 'Een voet was nagenoeg geruïneerd, de tweede was er iets beter aan toe, maar ook ernstig beschadigd', vertelt Jukema. [1] 
    • In Vlaardingen is een heikraan op een woning gevallen. De kraan sloeg een groot gat in het dak. Niemand raakte gewond, de bewoners waren niet thuis. [2] 
71 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Volkskrant Suzanne Baart19 juni 1999 Maden knagen voeten naar herstel
  2. NOS 15-02-2019 Heikraan valt op huis in Vlaardingen
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be