headline
  • head·line
enkelvoud meervoud
naamwoord headline headlines
verkleinwoord

de headlinem

  1. de kop die boven een krantenartikel staat als korte samenvatting van het artikel
    • De krant wees bij de schuldvraag al snel met de vinger richting de fans van Liverpool onder de headline: 'The Truth'. Volgens anonieme bronnen bij het politiekorps van South Yorkshire zouden de supporters beesten zijn die "brave dienders" tijdens hun reddingspogingen aanvielen en tegen hen aan urineerden. [1] 
    • Als klap op de vuurpijl kwam het hotelpersoneel naar het trio toe met de tekst: You guys are famous. Van der Jagt: Aanvankelijk begrepen we niet goed waarop ze doelden. Tot de receptionist ons vertelde dat we het Thaise nieuws hadden gehaald met als headline 'drie jonge buitenlanders spelen tijdens hoosbui op straat' en zelfs te zien waren geweest op Channel 3, zeg maar de Thaise RTL." [2] 
  2. belangrijkste optreden tijdens een festival
    • Nu volgt de afgelasting van alle shows in juni en juli, waaronder headline-slots op Roskilde, Primavera Sound, Open'er en Balaton Sound. 'Als Björk niet rust, riskeert ze permanente beschadiging aan haar stem' zo vertelde haar specialist. [3] 
95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]