• har·ten·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord hartenboer hartenboeren
verkleinwoord

de hartenboerm

  1. (kaartspel) kaart met een rode kleur met het teken harten die een waarde heeft groter dan de 10 en kleiner dan de vrouw en samen met de vrouw, heer en aas gerekend wordt tot de 'plaatjes'
    • Het proces tegen de Hartenboer in Alice's Adventures in Wonderland is met Kafka vergeleken; het gedicht Jabberwocky uit Through the Looking Glass met de wiskundige groepentheorie. De quantummechanica, de relativiteitstheorie en de anti-materie, je kan het zo geleerd niet bedenken of het is in verband gebracht met Lewis Carroll. Het is een wonder dat zijn verhalen, die kleine meisjes moesten vermaken, niet onder de last van een eeuw van erudiete commentaren zijn bezweken.[2] 
    • Om tegemoet te komen aan de wens van regelmatige en zware strijd ligt de oplossing voor het grijpen. Waarom geen Hartenboer-toernooi voor competitiebridgers en het Schoppenboer-circuit voor de nationale top en subtop?In de maandagavondserie van de Ruitenboer konden in het spel van diagram 1 in beide lijnen veel slagen gemaakt worden. Noord-zuid tien of elf in schoppen en oost-west tien of elf in klaveren. Alle deelnemers ontvingen na afloop een boekje met de spellen geanalyseerd door een topbridger. [3]  
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hans Ree 7 mei 2005
  3. Volkskrant KEES TAMMENS 8 februari 1997