hartboezem
- Geluid: hartboezem (hulp, bestand)
- hart·boe·zem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hartboezem | hartboezems |
verkleinwoord |
de hartboezem m
- (anatomie) een van de twee bovenste holtes van het (zoogdieren)hart waarin het bloed uit de aders wordt opgevangen voordat het wordt doorgepompt naar de hartkamers
- ▸ Een hartoor is een kleine uitstulping van de hartboezem.[2]
- Het woord hartboezem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Rinke van den Brink“Eerste hartoor-operatie in Nederland” (Woensdag 3 februari 2010, 07:26), NOS