harig alpenroosje


 
  • (IPA in voorbereiding)
  • ha·rig al·pen·roos·je
enkelvoud meervoud
naamwoord harig alpenroosje harige alpenroosjes
verkleinwoord

het harig alpenroosjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Rhododendron hirsutum   een plant uit de heidefamilie (Ericaceae  ). De groenblijvende struik wordt 0,2-1 m hoog. De bladeren worden tot 3 cm lang en zijn opvallend behaard en aan beide zijden groen. Hierin onderscheidt de soort zich van het roestkleurig alpenroosje (Rhododendron ferrugineum  ). Aan de beharing dankt de soort ook zijn Duitse naam 'Bewimperte Alpenrose'