Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hap·jes·pan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hapjespan hapjespannen
verkleinwoord hapjespannetje hapjespannetjes

Zelfstandig naamwoord

de hapjespanv / m

  1. (huishouden) (kookkunst) hoge koekenpan met deksel

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be