hanengevecht
- ha·nen·ge·vecht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hanengevecht | hanengevechten |
verkleinwoord | hanengevechtje | hanengevechtjes |
het hanengevecht o
- (spel) (illegaal) door mensen georganiseerd gevecht tussen kamphanen waarbij de toeschouwers kunnen wedden op de uitkomst van het gevecht
- ▸ Uit hun ongearticuleerde kreten, hun gesis, viel niets over de ruzie op te maken. Uit zijn werkcel kwam slaperig de toneelschrijver te voorschijn. `Hanengevecht, Dip?'`Aardige vondst, Albert. Maar het beeld klopt niet.[2]
- ▸ Een voormalige prinses van Roemenië is in de Amerikaanse staat Oregon verdachte in een zaak die alles behalve prinsessen-achtig is. De 60-jarige Irina Walker wordt verdacht van het organiseren van illegale hanengevechten.[3]
1. door mensen georganiseerd gevecht tussen kamphanen waarbij de toeschouwers kunnen wedden op de uitkomst van het gevecht
- Het woord hanengevecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “'Roemeense prinses organiseerde hanengevecht'” (17-08-2013), NOS