handwortel

Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handwortel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hand·wor·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en wortel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handwortel | handwortels |
verkleinwoord | handworteltje | handworteltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) deel van de hand dat de verbinding vormt tussen de voorarm en de middelhand
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord handwortel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.