Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·stro·snij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handstrosnijder handstrosnijders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de handstrosnijderm

  1. (landbouw) (gereedschap) werktuig waar de gebruiker droge halmen van graangewassen doorheen voert om ze met een mes in kleinere stukken te delen voor verdere verwerking

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen