handelsdag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handelsdag    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• han·dels·dag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  handel zn  en  dag zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	handelsdag	handelsdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handelsdag m

1. (economie) (handel) dag dat er gehandeld wordt op een beurs

   ▸ Het zat er al een week of zes aan te komen, maar om half vier, kort na opening van Wall Street, schoot de Dow Jones vandaag voor het eerst in de geschiedenis door de 20.000 punten. En tot het slot van de handelsdag bleef die boven die grens.

   ▸ Vooralsnog is die psychologische grens nog nooit geslecht. Ook vandaag lijkt dat niet te gebeuren, want in de eerste uren van de Amerikaanse handelsdag zakte de koers zo'n half procent.

Verwante begrippen

• handelsweek

Gangbaarheid

• Het woord handelsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.