handelsbevordering

  • han·dels·be·vor·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsbevordering handelsbevorderingen
verkleinwoord

de handelsbevorderingv

  1. het stimuleren van economische betrekkingen; het wegnemen van handelsbelemmeringen
    • In een brief aan Knapen eerder deze week wees VNO-voorman Bernard Wientjes op de moeilijke veiligheidssituatie en het gebrek aan een goed werkende overheidsstructuur, waardoor investeren in Uruzgan lastig was. Het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering zou vanaf nu het voortouw moeten nemen. [1] 
    • Dat de diplomatieke dienst op de schop gaat, werd eind vorig jaar al bekendgemaakt door Rosenthal. Het kabinet wil dat ambassades voortaan meer aan economische diplomatie en handelsbevordering doen. Ook moet de dienstverlening aan de Nederlandse burger in het buitenland beter, zo zei de minister eerder. [2] 
    • Polen goed voor Nederlandse economie...Dat blijkt uit onderzoek, dat vanmiddag in Amsterdam is gepresenteerd op een bijeenkomst van het Nederlands-Pools Centrum voor Handelsbevordering. Het rapport is opgesteld door onder andere Rob Ruhl, econoom bij ING Bank. Het is gebaseerd op bestaande studies. [3]