handelbaar
- Geluid: handelbaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑndəlˌbar / (3 lettergrepen)
- han·del·baar
- Naamwoord van handeling van handelen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | handelbaar | handelbaarder | handelbaarst |
verbogen | handelbare | handelbaardere | handelbaarste |
partitief | handelbaars | handelbaarders | - |
handelbaar
- waar makkelijk mee om te gaan is
- Een verschrikking maak je onschadelijk door hem te ontrafelen, daar wijst Pieters op. Een aanslag is persoonlijk en dat moet weg. Niet dat je er dan iets van snapt, maar de pijn wordt handelbaar. Je weet het nog wel, maar je voelt het niet meer zo. [1]
- Het woord handelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Joyce Roodnat NRC 22 november 2014